In een training waar ik ooit aan deelnam, gericht op persoonlijke ontwikkeling en zelfbewustwording, deed de trainster eens een uitspraak die mij altijd bij is gebleven. Iemand in onze groep stond iets te vertellen over zijn voornemens, over wat hij anders zou gaan doen. Op enig moment zei hij: “Ik hoop dat ...” Hij werd ogenblikkelijk door de trainer onderbroken. Ze zei: “Hoop is wat een hond doet.”
Ik vond dat destijds een grappige, maar ook hele rake uitspraak. Door te zeggen wat je hoopt dat er zal gebeuren, plaats je die gebeurtenis als het ware buiten jezelf. Alsof je er zelf niets mee van doen hebt, er geen invloed op hebt. Iets dergelijks las ik ook eens ergens over een man in New York die alsmaar hoopte dat hij op een dag de loterij zou winnen. Dan zou alles beter gaan in zijn leven. Totdat iemand in zijn omgeving er genoeg van had en hem de raad gaf: “Buy the f*cking ticket!” Hopen dat het beter gaat en vervolgens afwachten of dat gaat gebeuren ... Beetje zinloos toch?
Toch zit er ook een andere dimensie aan hoop. Hoop is houvast. Hoop is een krachtbron. Om het vol te houden. Om het niet op te geven. Hoop is vaak het enige wat de armen, de treurenden, de naamlozen, de stemlozen nog rest. Eens zal het beter gaan ... Maar die verbetering moet wel ergens vandaan komen. Van medemensen die om hen bewogen zijn, die in ieder geval kunnen proberen om hen uit hun uitzichtloze situatie te halen. Als niemand iets doet, waar hopen ze dan op? Op een wonder? Op God? En kun je die hoop volhouden?
Wanhoop. Angst. Ontreddering. Verdriet. Het is op deze wereld in alle soorten, vormen en gradaties aanwezig. Als je in Gaza woont, je familie is uitgemoord en je bent al vijf keer met je schamele bezittingen verhuist vanwege gruwelijke bombardementen, waar hou je je dan nog aan vast? Als je in je comfortabele twee-onder-een-kapper in je luie stoel ligt, en je hebt net de diagnose kanker gekregen, waar hou je je dan aan vast? Je hoopt dat het goed komt. Dat er een uitweg is. Dat het anders zal zijn. Dat de dood, het kwaad, niet het laatste woord zullen hebben.
Dus laten we hoopvol zijn. Voor al die mensen die in het donker zitten. Václav Havel schreef: “Hoop is een kwaliteit van de ziel. Het is ergens voor werken, omdat het goed is.” Wij kunnen de oorlogen niet stoppen. Het onrecht niet ongedaan maken. De ziekte niet genezen. Er zal altijd spanning zijn tussen het grote leed dat geleden wordt en het kleine dat wij kunnen doen. In die spanning zullen wij het moeten uithouden. Maar we kunnen wel het licht van de hoop brengen. Door iets voor iemand te betekenen, te luisteren, te troosten, te bidden. Niet omdat het dan allemaal goed afloopt, maar omdat het zinvol is.
Reactie plaatsen
Reacties